Samen of apart – deel I: ‘Iedereen weet het beter’
Iedere tweelingouder komt ze tegen: typische tweelingdilemma’s. De meningen van anderen kunnen het extra lastig maken om daarin je moedergevoel te volgen, merkt Wendy Maria.
Daar lagen ze dan. Zeven minuten na elkaar geboren na een ingeleide, natuurlijke bevalling. Zo had ik het me vooraf ook precies voorgesteld: deze eeneiige tweeling, dicht tegen elkaar aan in een klein bedje. Net zoals ze in mijn buik continu elkaars nabijheid hadden kunnen voelen. Maar genieten van dit idyllische plaatje konden vriendlief en ik jammer genoeg maar even. De verpleegsters in het ziekenhuis schoven er prompt een tweede bedje naast en legden daar zonder toelichting een van onze twee pasgeboren dochters in. Hoewel het in mijn ogen onnatuurlijk was om deze twee mensjes – die technisch gesproken ooit één waren geweest – van elkaar te scheiden, liet ik het toch gebeuren. Wat wist ik er tenslotte van? Ik had toch geen verstand van baby’s, laat staan van een tweeling. Het zal vast veiliger zijn om ze apart te leggen, dacht ik. Nog murw van de bevalling en een uiterst gecompliceerde zwangerschap, liet ik me ook de dagen daarna precies vertellen hoe het allemaal moest. De opmerking van een van de verpleegsters, dat mijn één maand te vroeg geboren baby’s veel rust nodig hadden en niet té vaak dienden te worden opgepakt wanneer ze sliepen, nam ik ook serieus. Ik liet ze netjes in hun bedje liggen. En ja, dat was die eerste weken nog het grootste deel van de dag. Achteraf heb ik me vaak met schuldgevoel afgevraagd of het daardoor kwam dat een van de twee niet graag lang geknuffeld wilde worden (en tot op de dag van vandaag nog steeds niet). Zie je wel, daar was het eerste trauma al. Ze had een hechtingsprobleem, ik wist het zeker! Ik had ze veel vaker in mijn armen moeten houden.
Iedereen heeft er verstand van
Dit is inmiddels ruim vier jaar geleden. Wist ik toen veel dat dit nog maar het begin was van vele ervaringen waarin mijn moedergevoel (dat onderbuikgevoel, een oergevoel) lijnrecht tegenover De Gebruikelijke Opvattingen en Meningen Van Anderen zou komen te staan. Hoewel het aantal (ouders van) tweelingen toch echt al eeuwenlang in de minderheid is, lijkt het alsof de hele wereld er desondanks verstand van heeft. Iedereen weet precies hoe het zit. Hoe je een tweeling het beste kunt opvoeden en hoe een tweeling zich voelt. Hoe een tweeling denkt. Althans, die indruk krijg ik bij alle ‘goedbedoelde’ adviezen die ik als tweelingmoeder heb moeten aanhoren in de afgelopen jaren. Zelfs mede-tweelingouders wagen zich er regelmatig aan om zich met een andermans tweeling te bemoeien. Dat zie je vooral gebeuren op fora, Facebook-groepen waarvan ik enkele jaren geleden enthousiast lid werd, maar waar ik tegenwoordig nauwelijks nog op kijk. Natuurlijk vind je op sommige punten herkenning bij elkaar als tweelingouders. En dat is fijn. Want hoe geruststellend is het om te horen dat ook andere ouders met typische tweeling-issues kampen (‘Leuk bedacht, borstvoeding, maar met twee tegelijk lukt gewoon niet!’). Maar dat je tweelingen nooit, maar dan ook nooit op één hoop kunt gooien, is iets wat we soms dreigen te vergeten.
Gezellig is anders
‘Je MOET apart activiteiten met ze ondernemen. Mama met de één naar de speeltuin, terwijl papa met de ander boodschappen doet, bijvoorbeeld. Heel belangrijk voor hun ontwikkeling’, kreeg ik als kersverse tweelingmoeder te horen. Mooie tip. Klonk logisch. En al vanaf hun eerste jaar hebben we regelmatig pogingen ondernomen om apart iets met ze te doen. In de weekenden, wanneer zowel vriend als ik onze handen vrij hadden en we de tweeling dus ook daadwerkelijk konden opsplitsen, trokken we er vol goede moed apart op uit om onze dochters vooral niet te hinderen in hun ontwikkeling. Maar zeg nou zelf: hoe leuk is zo’n uitje nog, als beide dochters – los van elkaar – alleen maar huilend blijven vragen waar de ander is. En er pas weer een lach op het gezicht verschijnt, wanneer ze uiteindelijk weer met elkaar worden herenigd? Geloof me, na tig pogingen, tig van zulke slopende weekenden en tig jaren onze stinkende best doen, hebben wij inmiddels besloten om onze weekenden gewoon gezellig te houden. En te doen wat voor ons gezin nou eenmaal het best werkt. Ja, onze tweeling is continu bij elkaar, maar ze genieten daar enorm van. Ze spelen, lachen en knuffelen met elkaar. Ik ben geen opvoedingsexpert, maar ik zou zeggen: supergoed voor de ontwikkeling. Later, als ze wat ouder zijn, zullen ze wellicht vaker dingen zonder hun tweelingzus ondernemen. Maar laat het dan in ieder geval hun eigen keuze zijn.
Lees ook deel II: ‘En toen werden ze vier’
Foto: Wendy Maria