Hiep hiep hoera voor mijn dubbele eisprong
Van ‘Is het een tweeling?’ tot ‘Zeker wel druk hè?’: tweelingmoeder Eva heeft ze allemaal al wel gehoord. Tig keer! Maar dít is de vraag die haar het allermeest is bijgebleven:
In de categorie ‘domme vragen’ weten vrijwel alle mede twinmoms een aardig lijstje op te lepelen. De vragen als ‘Is het een tweeling?’, ‘Zei je nee en kreeg je er twee?’ en ‘Zeker wel druk, hè?’, hoor ik echt wekelijks. Maar de vraag die mij het meest is bijgebleven is die van een kennis nadat ik haar het nieuws van onze tweelingzwangerschap vertelde. Namelijk: ‘Had je dat niet verwacht dan?’. Het antwoord is: nooit! Ik had nooit gedacht dat ik een tweeling op de wereld zou zetten en ik had ook nooit gedacht dat ik een moeder van drie zou worden. En toch snap ik haar reactie wel. Lees hieronder waarom.
De broers (formerly known as de terror-twins)
Veel mensen is het niet duidelijk wat nu een eeneiige of twee-eiige tweeling is. Voordat ik mijn man leerde kennen, was het verschil voor mij ook niet echt helder. Arthur (mijn man naar wie ik refereer) is een eeneiige tweeling (met Merlijn) en sinds ik hem ken, snap ik de tweelingproblematiek ook beter. Vroeger waren de broers onafscheidelijk, zelfde hobby’s, zelfde vrienden en in dezelfde klas. Vanaf het einde van de basisschool zette de onafhankelijkheid steeds verder in. Ze hebben vrijwel alles van vakanties tot vriendinnen met elkaar gedeeld. En dat waren leuke en minder leuke tijden. Ze kozen naarmate de lentes opliepen ook steeds meer hun eigen pad. Nu, 39 jaar later, zijn ze beste vrienden en hebben ze nog steeds bijna dagelijks contact. Toch zijn ze in de loop der jaren behoorlijk verschillend geworden. Alleen het uiterlijk verraad direct hun ‘tweelingschap’.
Alles anders
Toen Arthur en ik klaar waren voor kinderen hebben we nooit een moment gedacht ooit zélf een tweeling te krijgen. Eeneiig is tenslotte toch niet genetisch overdraagbaar? Merlijn (de broer) had ten tijde van mijn eerste zwangerschap al een dochtertje (ja, gewoon één) en ook wij werden gezegend met één prachtexemplaar van een meid, Lien. Iets sneller dan verwacht was ik na ruim een jaar alweer zwanger! Direct voelde álles anders. Veel misselijker, veel sneller een dikke positieve zwangerschapstest en ontzettend moe. Ik weet nog dat ik voor de eerste echo dacht: ‘Dan wordt het VAST een jongen, alles is nu zó anders dan in de eerste zwangerschap!’. Nooit gedacht dat we met acht weken de grootste schok van ons leven kregen!
Zie jij wat ik zie?
Met een maand of twee zwanger ging ik naar mijn vertrouwde verloskundigenpraktijk. Heerlijk vond ik de wandeling van 10 minuten altijd van huis er naartoe. Arthur en onze dreumes gingen gezellig mee. Ik weet nog dat ik de bezoekjes aan de praktijk in mijn eerste zwangerschap elke keer als een uitje ervaarde! Een magazine en een kopje kruidenthee in de wachtkamer. Het hartje luisteren en speculeren over het gewicht van de baby met de verloskundige. Maar binnen enkele minuten was alles ineens heel anders. Lien begon eigenlijk direct te huilen toen de voor haar vreemde dame aan haar mama’s buik zat. Arthur nam haar op schoot terwijl het beeld van mijn baarmoeder op de muur werd geprojecteerd. Na een paar tellen van stilte zei de verloskundige: ‘Zie jij wat ik zie?’. Bijdehand als altijd riep ik gekscherend: ‘Ja, dat jij het beeld hebt gedupliceerd!’. Het werd ons al snel duidelijk dat zij dat niet deed, maar dat ík het was die een dubbel wondertje bij mij droeg! Zoals ik van veel tweelingmoeders hoor was het ook bij mij niet direct blijdschap. Tranen over mijn wangen en direct een redelijk heftig gevoel van paniek. Want… hoe dan?
Negen maanden gedragen
Ja, het heeft even geduurd. Maar uiteindelijk landde het nieuws. Maar mensen die zeggen ‘Oh, ik wilde altijd zo graag een tweeling’, zijn zeker nooit zelf zwanger geweest van twee minimensjes. Direct kon ik mijn geliefde, op loopafstand bereikbare, praktijk verlaten, een verwijsbrief naar het academisch ziekenhuis aan de andere kant van de stad rijker. Veel meer afspraken, veel meer onzekerheid en weinig genieten. Zo heb ik die negen maanden ervaren. Ja, negen maanden! Twee dagen voor de uitgerekende datum heb ik gevraagd of ze mijn vliezen wilden breken. Het was mooi geweest. En ik ben heel dankbaar voor de periode dat ik ze heb kunnen dragen, begrijp mij niet verkeerd. Mijn grootste angst was te vroeg bevallen en kleine hummeltjes achter moeten laten in een kil ziekenhuis. Iets wat mijn schoonmoeder bijna veertig jaar geleden in hetzelfde ziekenhuis wél heeft moeten doen. De broers zijn namelijk acht weken te vroeg ter wereld gekomen. Verder wilde ik graag thuis bevallen (vergeet het maar) en zo natuurlijk mogelijk. Dat laatste is, op het breken van de vliezen na, gelukkig wel gebeurd. Als stond er wel een stuk of acht man in de verloskamer, het voelde wel alsof IK de controle weer had. Eindelijk, na al die maanden!
Een- of twee-eiig?
Een van de eerste vragen die ik stelde, huilend bij de verloskundige toen ik hoorde dat er twee hartjes klopten, was of het een eeneiige of twee-eiige tweeling is. Zoals gezegd, ik had nooit gedacht dat dit mij zou ‘overkomen’. De kansen op een eeneiige tweeling waren net zo klein als bij ieder ander, ondanks dat papa er zelf één is. En aan een twee-eiige tweeling had ik al helemaal niet gedacht. Het was immers, voor zover ik mijn familiegeschiedenis ken, nog nooit voorgekomen! Ze kon met acht weken zien dat het om twee placenta’s ging. Toch twee-eiig dus! En een definitieve bevestiging kwam er bij de geslachtsbepaling: een jongen én een meisje! Vooral Arthur was erg blij met het ‘elk van één’-principe. Mede omdat hij als geen ander weet dat het ook best zwaar kan zijn om altijd een vorm van competitie te voelen met je eeneiige broer. Wie haalt een hoger cijfer, worden we allebei uitgenodigd voor dat feestje, wie is er langer en wie scoort er dit weekend op het voetbalveld?
En nu?
Faas en Mies zijn inmiddels bijna 1,5 jaar en blakend van gezondheid. Nog steeds kan ik het af en toe niet bevatten dat ik drie kinderen op de wereld heb gezet. De eerste maanden waren slopend, mede doordat Lien nog net geen twee was toen de twins werden geboren. En ook om redenen die ik mezelf heb aangedaan. Bijvoorbeeld per se borstvoeding willen proberen (acht dagen gelukt) of eigenwijs alle hulp in het begin beleefd afslaan. Want dat moet ik als moeder toch zélf kunnen? (Dom!) Maar elke week, elke maand, groeit het vertrouwen in mijzelf als twinmom en geniet ik er meer en meer van. Ik zie de band die ze opbouwen en hoe leuk het voor de oudste is om een broertje én een zusje te hebben. Als de een de ander in een schommel in het park duwt, dan maakt mijn hart een sprongetje. Alsof het zo heeft moeten zijn, hebben we ook twee TOTAAL verschillende kindjes gekregen. Zowel in uiterlijk als in karakter is het dag en nacht. En dat is toch een partij genieten! Hiep hiep hoera voor mijn dubbele eisprong!
Lees ook: #TWINSTAMOM: ‘Nét iets mooier dan het echte leven’
Foto: Eva