Stephanie kreeg een postnatale depressie na de geboorte van haar tweeling
Er rust nog steeds een taboe op de postnatale depressie. Tweelingmoeder Stephanie wil haar verhaal delen om andere ouders te helpen om de signalen te herkennen. Hierbij deel 1.
Hoe wist je dat je een postnatale depressie had?
,,Ik wist dit niet.. mensen uit mijn omgeving spraken mij aan op mijn gedrag. Vooral mijn partner, maar van hem nam ik het niet direct aan. Ik wist niet wat ik ermee aan moest. Pas toen mijn zus mij aansprak op mijn negatieve gedrag en controlebehoefte begon ik in te zien dat het langzaam de verkeerde kant op ging.”
Dus voor je omgeving was het eerder duidelijk dan voor jezelf?
,,Ik zag het totaal niet allemaal, voor mij was ik ‘normaal’. Zo gedraagt een moeder zich toch nu eenmaal: bezitterig, bitchie, anderen willen controleren als ze bij mijn kinderen waren…”
Was het een opluchting toen je ontdekte dat er wel iets was?
,,Toen ik op mijn gedrag werd aangesproken, duurde het toch nog wel een tijd tot er verandering kwam. Het zat er zo in en ik wilde het toch nog niet helemaal geloven. Vooral in het begin moest het even landen. Ik was vooral verbaasd over mezelf, hoe had MIJ dit kunnen gebeuren? Ik was het zonnetje in huis, dacht altijd dat ik wel een ‘losse’ moeder was die de controle kon loslaten en de touwtjes wel uit handen kon geven. Pas toen ik hulp zocht bij een psycholoog kwam beetje bij beetje de verandering.”
Kun je iets vertellen over wat er met je gebeurde voordat je wist dat het een postnatale depressie was?
,,Normaal ben ik totaal geen binnenzitter. Ik ga graag de deur uit en spreek af met mensen, maar daar was totaal niks meer van over. Ik ging nergens heen, misschien een blokje om aangezien het zomer was. Als er bezoek kwam, konden ze wat mij betreft meteen weer gaan. Ik wilde lekker alleen zijn met mijn kindjes en niemand deed het toch zo goed als ik. Als iemand iets wilde overnemen, zei ik bijvoorbeeld: ‘Denk je aan de vleugels van de luier? Pas op het hoofdje, pas op dit, pas op dat. Oh nee, niet zo vasthouden. Nee, je moet zo en zo afvegen’. Dat je dat tegen mensen zegt die geen ervaring hebben, of eens een keertje. Maar ik zei dat tegen mijn zus (die zelf ook een kind heeft), mijn moeder en zelfs tegen mijn man. IE-DE-RE dag. IE-DE-RE keer. Huilen om alles als iets niet lukte, mijn frustratie op iedereen afreageren en als ik me te veel schaamde, ging ik huilen in de douche want daar kon niemand me horen. Ik dacht dat ik mijn baby’s hoorde huilen als ik onder de douche stond, terwijl ze sliepen of terwijl mijn man wandelen was met ze. Ik stelde me de meest erge dingen voor: wat als?! Wat voor een slechte moeder ben ik dat de borstvoeding niet liep zoals ik misschien had gewild? Wat voor een slechte moeder ben ik dat ik niet snel genoeg reageer op het gehuil van mijn kindjes? Hoezo weet ik niet waarom ze huilen? Paniek om alles, boos om alles, verdriet om alles. Niet kunnen genieten van de korte tijd dat ze zo klein zijn.”
Hoe was je naar de kinderen toe? Voelde je je schuldig?
,,Ik voelde me vooral heel schuldig. Om alles wat niet verliep ‘volgens het boekje’. Daarbij kwam dat er een ‘vriendin’ was die op haar manier wel bevestigde dat ik een slechte moeder was. Want ja, een echte moeder brengt haar kinderen niet naar de opvang als ze zelf thuis zit. En ik bracht mijn kinderen naar de opvang toen ik ziek thuis zat en ging ook wel eens leuke dingen doen op advies van de psycholoog. Deze vriendin vertelde mij hoe andere mensen over mij dachten en dat ik dat aan mezelf te danken had. Mijn schuldgevoel groeide daardoor alleen maar meer. Iedere dag kon ik huilen als ik ze weer had weggebracht; ik wilde dit helemaal niet, mijn man moest hierin het besluit nemen dat we ze wel weg moesten brengen, zodat ik de tijd kon nemen om te herstellen van de postnatale depressie. Achteraf gezien de beste keuze. Ik denk ook dat mijn zwangerschap een rol speelde bij dit hele schuldgevoel. Onze kindjes zijn eeneiig en hadden één placenta, wat op zich wel een risico was. Met 24 weken werd ik in het ziekenhuis opgenomen met de mededeling dat ik binnenkort zou bevallen, met groot risico op het overlijden van de kindjes. Twee weken later mocht ik weer naar huis; alles zag er weer goed uit, maar ik moest wel drie keer per week op controle. Vanaf de opname in het ziekenhuis had ik iedere dag de angst dat er iets mis zou gaan. Ik mocht me ook nog maar amper inspannen. En als je niks te doen hebt en thuis zit, ga je googelen (het slechtste wat je kunt doen). Ik googelde alle risico’s van mijn zwangerschap, zelfs over bevallen. Ik was er echt van overtuigd dat er op een moment iets met mij of de kinderen zou gebeuren. Genieten kon je het niet noemen. De hele optelsom ging maar door in mijn hoofd, tot na de geboorte. Totdat dus mensen mij erop aanspraken. Ik zat vast in mezelf, in mijn eigen vel. Liep op mijn tenen voor anderen. Want ja, die roze wolk, dat MOET hè, dat zegt iedereen altijd.”
Morgen lees je hier op TwinZine.nl deel 2!
Meer weten over wat een postnatale depressie inhoudt en wat je kunt doen als je denkt dat je het hebt? Check dit artikel.
Lees ook: ‘Tweelingouders hogere kans op angst en depressie’
Foto: Desiree Deul Fotografie