‘Volgens mij voel ik ze minder dan daarvoor…’
Charlotte is moeder van eeneiige jongens. Ze schrijft voor TwinZine over haar zwangerschap en ervaringen als tweelingmoeder. Dit keer over harde buiken en minder leven voelen.
De eerdere blogs van Charlotte nog niet gelezen? Klik dan hier voor blog 1. En klik hier voor blog 2.
Mijn zwangerschapsverlof was aan het begin heerlijk. Niets moeten, alles op mijn eigen slakkentempo doen. Mijn wereldje werd wel steeds kleiner. Grote afstanden rijden met de auto hield ik niet goed vol, met vriendinnen afspreken deed ik dan ook vaak in de buurt van mijn huis. En dan zegt iedereen: ‘Geniet ervan hè, deze tijd krijg je nooit meer terug!’ Nu begrijp ik het heel goed.
Oh so little did we know…
Ondertussen groeiden de baby’s nog steeds heel goed, ze bleven zelfs allebei net zo goed groeien als een gemiddelde eenling. Ze bleven allebei mooi in hun eigen curve en verschilden niet veel van elkaar in gewicht. En dat met maar één placenta! Dat was een goed teken.
Met de dertigwekenecho werd ik gefeliciteerd in het ziekenhuis: dit was een mijlpaal! Dat vond ik best wel bizar, want een eenlingzwangerschap zou nog 10 weken langer zijn. Naarmate de tijd vorderde, werd ik zelf steeds relaxter over het risico op vroeggeboorte.
‘Met 33 weken werden de harde buiken pijnlijker’
Met 33 weken en 3 dagen kreeg ik ineens harde buiken die op een regelmatig tempo kwamen en ook pijnlijk waren. Oh. Oh. Het bleken voorweeën. Mijn man schrok zich wezenloos, pakte ineens een zeiltje uit het kraampakket om onder de matrashoes te doen en werd een beetje zenuwachtig. Achteraf heel erg grappig.
Bij de volgende controle in het ziekenhuis bleken die weeën geleid te hebben tot 2 centimeter ontsluiting. Wow! Volgens de gynaecoloog zou ik waarschijnlijk wel binnen nu en twee weken bevallen. Al meerdere meiden van mijn zwangerschapsclub waren inmiddels bevallen en ik liep nog steeds rond (ik had wel de laatste uitgerekende datum).
‘Wachten tot ze kwamen was voor mij loslaten 2.0’
Uiteindelijk ben ik ingeleid, omdat de maximale duur van mijn type zwangerschap (monochoriaal… je weet wel) erop zat. Ik ben bevallen met 36 weken en 6 dagen. Mijn vluchttas stond al klaar toen ik de 30 weken gepasseerd was. Je kunt je voorstellen hoe lang die weken duurden. Man, zo lang heeft tijd nog nooit geduurd! Ik zat continu in een strijd. Aan de ene kant: ‘Ik ben zo klaar met deze zwangerschap, laat ze maar komen!’ En: ‘Bij mij in de buik is het allerbeste voor hen!’ Wachten tot ze kwamen was voor mij loslaten 2.0.
‘Als je minder leven voelt, moet je bellen…’
De bevalling zou starten op 7 november. Om 8.00u ’s ochtends zouden we ons melden in het ziekenhuis. Maar… op 6 november voelde ik ineens minder leven in mijn buik. Ik herhaalde die zin van de gynaecoloog nog weer in mijn hoofd: ‘Als je minder leven voelt of je buik is ineens gespannen, dan moet je onmiddellijk bellen!’ Volgens mij voelde ik ze toch echt minder dan daarvoor… Wij dus naar het ziekenhuis, daar bleek alles in orde. Of ik de nacht wilde blijven, want de volgende ochtend moest ik nog een keer aan een CTG. Dit trok ik echt helemaal niet, de tranen vloeiden. Dit zou de laatste avond zijn dat wij met z’n tweetjes thuis zouden slapen, de avond voordat we ouders zouden worden. Ik vroeg huilend aan de verloskundige of we alsjeblieft naar huis mochten en zei dat we echt heel snel in het ziekenhuis konden zijn als het nodig was. Dit was akkoord wat de artsen betreft. Wat een opluchting! We vertrokken uit de enorme balzaal die later ook mijn verloskamer bleek te zijn en reden naar huis.
‘Die laatste nacht was zooo fijn samen’
Die laatste nacht was zo fijn samen, helemaal omdat we dachten dat we in het ziekenhuis moesten blijven. We knuffelden elkaar als nooit tevoren en reden de volgende ochtend vol goede moed richting het ziekenhuis, wetende dat we nooit meer met z’n tweeën zouden zijn.
Foto: Charlotte